Wie heeft recht op het globalisatiemechanisme?
Voorwaarden
De onderneming is een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid van privaat recht of een buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut, die voor 2019 een jaarrekening heeft neergelegd en in 2020 een jaarrekening tijdig zal neerleggen.
De neergelegde jaarrekening voor 2020 wordt, indien ze geen betrekking heeft op het volledige kalenderjaar 2020, aangevuld met de voorlegging van de tussentijdse gereviseerde jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020. De beslissing over de toekenning van de steun wordt herzien als na neerlegging van de jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020 blijkt dat die niet overeenstemt met de tussentijdse gereviseerde jaarrekening.
De vereniging en de stichting moeten een economische activiteit uitoefenen.
Ondernemingen die pas in 2020 zijn opgestart dienen geen neergelegde jaarrekening van 2019 te hebben.
Enkel de onderneming die in het laatste kwartaal 2020 nog actief was, komt in aanmerking. Eenmanszaken kunnen geen aanvraag indienen.
De onderneming heeft:
- op 30 september 2020 een actieve exploitatiezetel in het Vlaams Gewest opgenomen in de Kruispuntbank voor Ondernemingen
- in de periode van 1 april 2019 tot en met 31 december 2019 een omzet uit geleverde prestaties, exclusief btw, van minstens € 450.000
- in de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 een omzetdaling van minstens 60% gekend ten gevolge van de coronavirusmaatregelen ten opzichte van de overeenkomstige periode in 2019
- in de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 een boekhoudkundig verlies voor aftrek van belasting geleden
Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:
- ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand bevinden ingevolge faillissement, vereffening, stopzetting of ontbinding
- holdingvennootschappen
- patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen)
- managementvennootschappen
- ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen. Indien zij naast de verlening van zakelijke diensten ook eigen exploitatieactiviteiten uitoefenen, kunnen zij wel in aanmerking komen.
- ondernemingen die zich reeds op 31 december 2019 volgens de Europese definitie in moeilijkheden bevonden
- kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België
De subsidie is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde.
De subsidie kan niet gecumuleerd worden met andere steun verleend voor dezelfde niet gedekte vaste kosten en kan geweigerd, niet-uitbetaald of teruggevorderd worden als de onderneming niet voldoet aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest.
Welke omzetdaling dient aangetoond te worden?
De omzetdaling is de daling van de omzet, exclusief de btw en op basis van de dagontvangsten, geleverde prestaties of de tijdregistratie in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020 ten opzichte van de omzet in de periode van 1 april tot en met 31 december 2019.
Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de laatste drie kwartalen van 2019 wordt de gerealiseerde omzet in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020 vergeleken met de verwachte omzet van diezelfde periode, vermeld in het financieel plan.
Voor ondernemingen die in de loop van de referentieperiode gestart zijn (tussen 1 april 2019 en 31 december 2019) wordt de gerealiseerde omzet tijdens de referentieperiode waarin de onderneming actief was, herrekend naar de volledige 3 kwartalen van de reguliere referentieperiode (1 april 2019 tot en met 31 december 2019).
Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.
Voorschotten met betrekking tot de omzet uit geleverde prestaties mogen pas als omzet geteld worden op het moment dat de prestatie gebeurt.