Aan welke voorwaarden moet een project voldoen?
Hier vind je de hoofdlijnen van de oproep. Uitbreide toelichting kan je vinden in de handleiding.
Wie kan aanvragen?
De aanvraag wordt ingediend door een breed en divers partnerschap van minstens 3 partners. Om dit partnerschap uit te bouwen, voorziet VLAIO ondersteuning (zie verder, onderdeel Begeleiding onder het deel Verloop selectieproces en criteria).
Het partnerschap kan samengesteld zijn uit diverse actoren zoals overheden, onderzoeksinstellingen, sectorfederaties, vzw’s, financiële instellingen,…. De samenstelling is afhankelijk van de uitdaging waarop zal ingezet worden en de waardeketen of het ecosysteem dat hiermee verbonden is.
Het is belangrijk om binnen dit partnerschap goed na te denken over de verschillende rollen van de partners: aanvrager, projectpartner, onderaannemer. Deze verschillende rollen worden verder toegelicht in de handleiding.
Voor welke activiteiten?
Omdat elk project een andere aanpak zal vereisen, wordt voorzien dat een breed pallet aan acties en activiteiten mogelijk is. Het kan hierbij bijv. gaan om één of meerdere van de activiteiten uit onderstaande niet-exhaustieve lijst:
- verdieping van kennis: gericht, toegepast kortlopend onderzoek, ontwikkeling, vertaling van (nieuwe) kennis;
- mensen en organisaties bijeenbrengen en verbinden voor co-creatiesessies om uitdagingen in kaart te brengen, gedeelde visies uit te werken, vertrouwen op te bouwen in functie van ketensamenwerking en om werkpaden naar oplossingen uit te tekenen binnen een waardeketen;
- matchmaking – niet beperkt tot matchmaking om projecten op te zetten – gericht op het vinden en versterken van vertrouwen tussen verschillende mensen en organisaties om ketensamenwerking mogelijk te maken (tot en met bijv. inzicht geven in productieprocessen en samenstellingen van producten om gebruik van reststromen mogelijk te maken, zoeken naar nieuwe verdienmodellen waarbij begrippen als winst en verlies op een nieuwe manier gedeeld en toegepast worden,…);
- concrete experimenten uitvoeren met focus op ‘schuurplekken’ in transities;
- acties gericht op het informeren, betrekken en activeren van consumenten;
- (her)ontwerpen van de waardeketen of het ecosysteem met aandacht voor essentiële (nieuwe) rollen in functie van opschaling (bijv. competenties over nieuwe winst- en verliesmodellen, product- en bedrijfsinformatie delen);
- ontwikkeling van innovatieve vormen en methodes voor gerichte opleidingen of vormen van begeleiding om versnelling in de circulaire omslag te creëren;
- mappen en analyseren van frontrunner projecten met het oog op verder bouwen en opschalen;
- scenario’s voor implementatie uitwerken, testen, valideren en uitvoeren op een iteratieve manier;
- beheer van een ecosysteem om een aantal acties en projecten te faciliteren – opschaling kan ook bestaan uit een reeks kleine projecten die met elkaar worden verbonden;
- inzetten op het uitwerken en uitrollen van gedeelde praktijken en standaarden.
- via storytelling geleerde lessen (van geslaagde en mislukte projecten) breed verspreiden al of niet via nieuwe platformen
- …
Bij de toekenning wordt een onderscheid gemaakt tussen economische activiteiten, activiteiten voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (niet-economische activiteiten) en diensten van algemeen belang (DAB). Het is belangrijk goed na te gaan welk type activiteiten worden uitgevoerd binnen het project. Voor de bedrijven en economische activiteiten binnen het project wordt de steun toegekend onder de de-minimisverordening.
Welke aanpak beogen we?
Het doel van deze oproep is om concrete, meetbare en zichtbare oplossingen op het niveau van waardeketens en ecosystemen uit te denken, uit te werken, te testen en te implementeren en te verbinden. Het gaat hier dus om ambitieuze projecten die deze ambitie kunnen omschrijven en vertalen in een plan van aanpak.
Volgens de Theory of change worden duidelijke doelen vooropgesteld die men wil bereiken binnen het project; aan de hand van die doelen wordt bepaald welke tussenstappen en/of condities nodig zijn om die doel te bereiken; en aan de hand van de tussenstappen en condities wordt bepaald welke acties en activiteiten nodig zijn om deze te creëren.
Via reflexieve monitoring worden het plan van aanpak, de gehanteerde en vooropgestelde methodologie en de tussentijdse resultaten beoordeeld aan de hand van (vooraf bepaalde) indicatoren. Aan de hand van deze tussentijdse evaluatie zal beoordeeld worden of het plan van aanpak of de vooropgestelde methodologie moeten bijgestuurd worden in functie van het behalen van het beoogde (eind)resultaat. Met andere woorden: het doel is duidelijk, de weg die men ingaat ook, maar de aanpak kan gedurende de uitvoering bijgesteld worden. Op deze manier wordt op een participatieve manier inzicht verworven in de voortgang van het project en worden die inzichten terugvertaald naar het project om de systeem innovatieve ambitie vast te houden.
Daartoe wordt een stuurgroep opgericht waarin minstens de partners van het project vertegenwoordigd zijn, en die minimaal 3 keer per jaar bijeenkomt voor de opvolging van het project. VLAIO wordt minstens uitgenodigd voor deze stuurgroepen en ontvangt de verslagen. VLAIO kan desgewenst beslissen om aanwezig te zijn.
De projecten bouwen idealiter verder op de inzichten en resultaten van een aantal vroegere en lopende trajecten, aangezien deze trajecten talrijke mogelijke toekomstpaden opleverden richting meer circulariteit binnen de vooropgestelde sector maakindustrie / machinebouw en de sector chemie en kunststoffen:
- Living labs circulaire economie 2022
- Projecten levensduurverlening oproep 2022
- Meer informatie over de werkagenda circulaire maakindustrie
- Meer informatie over de werkagenda chemie en kunststoffen
Tot slot moet uit de aanvraag blijken hoe het project de beoogde doelstellingen rond de reductie van de materialenvoetafdruk en de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen ondersteunt en zal ondersteunen.
Criteria
Het selectieproces bestaat uit twee fasen. De eerste fase is een verplichte vooraanmelding (d.m.v. dit sjabloon) met pitchmoment. Enkel wie zich aanmeldt in de eerste fase kan in de tweede fase een volledig dossier indienen. De aanmelding en voorbespreking zijn verplicht, maar er worden in deze fase geen projecten uitgesloten. De tijdig ingediende aanvragen in de tweede fase worden door VLAIO gescreend op hun ontvankelijkheid. Enkel projecten die ontvankelijk zijn, worden verder inhoudelijk beoordeeld.
Ontvankelijkheidscriteria
- De aanvraag was tijdig ingediend
- De aanvraag was vooraangemeld op de voorziene datum en tijdstip
- De aanvraag is online ingediend
- De aanvraag is ondertekend door de hoofdbegunstigde
- De aanvrager en de projectpartners zijn een rechtspersoon met KBO-nummer. Indien de aanvrager of projectpartner een onderneming is, heeft deze zijn exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest. Enkel Vlaamse kennisinstellingen kunnen partner zijn.
- De aanvrager en projectpartners hebben op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
- Verklaring geen onderneming in moeilijkheden indien van toepassing
- Verklaring op eer de-minimis van alle begunstigden / ontvangers die onder deze regeling vallen
- Het project start op zijn vroegst op de dag van indiening, en uiterlijk 3 maanden na toekenning van de subsidie
- Het project heeft een duur van maximaal twee jaar(24 maanden).
- De gevraagde subsidie bedraagt maximum 500.000 euro. De gevraagde subsidie per partner bedraagt max. 60%, 75% of 100% van hun begroting op partnerniveau, naargelang de aard van de activiteiten en het soort partner. De totaal gevraagde subsidie bedraagt max. 80% van de projectbegroting.
Selectiecriteria
De ontvankelijke aanvragen zullen in de tweede fase worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:
- Mate dat project inspeelt op de scope van de oproep
- Match met de inhoudelijke scope van de oproep: relevantie voor circulaire systeeminnovatie in circulaire maak- en machinebouw of in de chemische -/ kunststoffenindustrie.
- Visie met betrekking tot kennisdeling
- Match met living labs methodiek: via reflexieve monitoring systeeminnovatie realiseren op niveau van (waardeketen binnen) het ecosysteem
- Complementariteit met de gesteunde projecten van de oproepen living labs circulaire economie 2022 en levensduurverlenging 2022.
- Kwaliteit van het consortium
- Mate dat de samenstelling, kwaliteit en multidisciplinariteit van het voorgestelde team de nodige kennis heeft over de waardeketen en de vooropgesteld uitdaging.
- Mate dat er expertise is voor het welslagen van de methodiek living labs met name procesbegeleiding, communicatie, kennisdeling, gedragsverandering, reflexieve monitoring en andere vereisten van de oproep op te volgen.
- Mate dat de volledige waardeketen/ecosysteem vertegenwoordigd is binnen het project.
- Kwaliteit van het voorstel
- Duidelijkheid van het plan van aanpak
- Haalbaarheid en doelmatigheid inclusief kpi’s.
- Mate dat het project duidelijkheid schept rond eigendomsrecht zoals vooropgesteld binnen de oproep.
- Mate dat het project inzet op kennisdeling zoals aangegeven binnen de vereisten van de oproep
- Mate dat het project met plan van aanpak communicatie tegemoetkomt aan de vereisten van de oproep
- Hefboomeffect
- Mate waarin het project een positieve impact kan creëren aan de bijdrage aan de vermindering van materiaalvoetafdruk en klimaatdoelstellingen in Vlaanderen bij uitrol op grotere schaal.
- Mate van bijdrage aan systeemverandering, ook na oplevering van het project.
Vergeet ook je engagementsverklaring van de partijen betrokken in het consortium te worden niet in te dienen, zoals gevraagd in het Ministerieel Besluit.
Veelgestelde vragen
-
-
Is er een register waar organisaties hun gecumuleerde steun kunnen terugvinden die onder deminimis valt?
-
Voor de valorisatie, gelden hier de regels van de O&O oproepen, nl. min x 10 de ontvangen steun?
-
Hoe kunnen we controleren of een bedrijf een onderneming In moeilijkheden is?
-
Kunnen er meerdere aparte projecten worden voorgesteld door eenzelfde indiener?
-
Is er een bepaalde TRL-range dat in aanmerking komt? (min/max)
-
Welke rol zien jullie weggelegd voor kennisinstellingen (universiteiten en hogescholen bv.) in de consortia?
-
Welke ondernemingsvormen komen in aanmerking voor steun bij deze oproep?
-
-
-
De 500.000 max is dus het maximale projectbegroting bedrag, niet het maximale netto subsidiebedrag?
-
Kan je duiding geven bij de scope?
-
Hoeveel trajecten zullen er uiteindelijk worden goedgekeurd?
-
Is er ruimte voor O&O taken binnen een living labs project? Of is het de bedoeling van dan bv. een O&O project naast het Living Labs project uit te voeren en eventueel bij VLAIO in te dienen?
-
Het ingediende project dient complementair te zijn aan eerder gesteunde Living Labs, wat verstaan jullie daar onder? Is complementariteit met ander VLAIO projecten/ verder bouwen op ... ook een pluspunt?
-
Kan je een voorbeeld geven van dienst algemeen belang (DAB) die een organisatie voor haar rekening neemt en die onder deze subsidie recht zou geven op een maximaal steunpercentage van 100%
-
Is er een register waar organisaties hun gecumuleerde steun kunnen terugvinden die onder deminimis valt?
Neen, er is geen register. Bedrijven dienen zelf de aan hen toegekende steun bij te houden. Let ook op: het betreft de toegekende (dus niet de uitbetaalde) steun in het huidige en de voorbije twee belastingsjaren.
De 500.000 max is dus het maximale projectbegroting bedrag, niet het maximale netto subsidiebedrag?
Neen. Ook andere organisaties of ondernemingen (bv. netwerkorganisaties, sectorfederaties, …) kunnen een niet-economische activiteit opnemen binnen het project. Dit moet echter duidelijk blijken uit de aanvraag. Hierbij geldt dat deelname of toegang tot verworven kennis en resultaten niet beperkt wordt tot de eigen (betalende) leden maar breed opengesteld worden.
In dit geval kan het steunpercentage opgetrokken worden tot 100%, maar rekening houdend met de andere beperkende percentages uit de oproep
Voor de valorisatie, gelden hier de regels van de O&O oproepen, nl. min x 10 de ontvangen steun?
Deze oproep is geen O&O oproep, er zijn dus ook andere regels op van toepassing.
Kan je duiding geven bij de scope?
In de oproep 2023 zoeken we projecten die 1 of meerdere van de volgende specifieke uitdagingen of hefbomen aanpakken binnen de sector maakindustrie/machine bouw en de sector chemie en kunststoffen in het Vlaamse Gewest. Deze uitdagingen hoeven zich niet op de overlap van al deze sectoren te bevinden, tenzij anders vermeld. De specifieke uitdagingen zijn:
- Meer inzetten op re-use, repair, refurbishment en remanufacturing in de sector van de toeleveranciers van machinecomponenten om de materiaalvoetafdruk te verlagen. Het kan gaan om industriële machines die toegepast worden in diverse sectoren, maar het project moet wel ten dienste staan van de sector van de machinebouw.
- Er via circulair ontwerp voor zorgen dat de sector van synthetische materialen en kunststoffen (in brede zin) meer inzet op de hogere R-strategieën zoals rethink, repair, re-use en remanufacturing. Om in te kunnen zetten op circulair ontwerp en hogere R-strategieën voor synthetische materialen en kunststoffen is het waarschijnlijk dat de maakindustrie een grote rol heeft en er dus nauwe samenwerking nodig is tussen beide sectoren.
- Digitalisering en/of automatisering als belangrijke hefbomen voor de circulaire economie, bijvoorbeeld voor slimme disassemblage, predictief onderhoud, ondersteuning van logistieke en sorteerprocessen, analyse en inzet van data, … Hier geldt de inhoudelijke afbakening van in de handleiding: maakindustrie, de machinebouw en de sector chemie en kunststoffen.
Hoe kunnen we controleren of een bedrijf een onderneming In moeilijkheden is?
Hoeveel trajecten zullen er uiteindelijk worden goedgekeurd?
Het totale budget voor deze oproep is € 3,4 miljoen en de maximale subsidie bedraagt € 500.000. Indien projectaanvragen zich op de maximale subsidie per project richten, zullen zes tot zeven projecten steun kunnen ontvangen.
Kunnen er meerdere aparte projecten worden voorgesteld door eenzelfde indiener?
Steun wordt bij deze oproep steeds toegekend aan een consortium, dus een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen uit de maatschappelijke vijfhoek, met vertegenwoordiging van de waardeketen en het ecosysteem en met steeds minimum drie partijen waarvan één bedrijf. Het is voor een partij zeker mogelijk om verschillende projectaanvragen (mee) in te dienen en om deel te nemen aan verschillende gesteunde consortia. Omwille van de verantwoordelijkheid die de rol van hoofdaanvrager met zich meebrengt, adviseren we niet in elk project die rol bij dezelfde partij te leggen. Je kan afspraken maken tussen consortia over wie de trekkersrol opneemt bij welk project.
Is er ruimte voor O&O taken binnen een living labs project? Of is het de bedoeling van dan bv. een O&O project naast het Living Labs project uit te voeren en eventueel bij VLAIO in te dienen?
O&O taken kunnen deel uitmaken van een breder living lab project, maar het project mag zich niet beperken tot enkel O&O taken. Projectaanvragen moeten duidelijk de kenmerken van een living lab in zich dragen, zoals vanuit een breed samenwerkingsverband inzetten op systeemoplossingen. Projecten dienen ook methodieken zoals transitiemanagement, theory of change en reflexieve monitoring in hun projectaanpak te verwerken. Het is belangrijk om op voorhand goed na te denken over via welke oproep je het beste steun aanvraagt voor je projectidee. Als het een substantiële hoeveelheid O&O betreft, kan het beter zijn om je voorstel via een ander instrument in te dienen of om een paralleltraject te lopen. Organisaties kunnen voor verschillende projecten immers via meer dan een instrument steun aanvragen. Indien je twijfelt via welk instrument je je projectaanvraag het beste indient, kan je advies vragen aan team bedrijfstrajecten via circulair.tb@vlaio.be.
Is er een bepaalde TRL-range dat in aanmerking komt? (min/max)
Binnen de oproep wordt geen specifieke TRL-range vooropgesteld. (TRL = Technology Readiness Level)
Het ingediende project dient complementair te zijn aan eerder gesteunde Living Labs, wat verstaan jullie daar onder? Is complementariteit met ander VLAIO projecten/ verder bouwen op ... ook een pluspunt?
De Living Labs die gesteund werden in 2022 werken op heel wat systemische uitdagingen in de bouw- en maakindustrie. Het is belangrijk om geen werk te doen dat daar al voldoende opgenomen wordt. Er moet dus aangetoond worden hoe het nieuwe project complementair is aan lopende living labs, maar ook aan andere lopende projecten (Vlaams, Europees, …). In synergie gaan met lopende projecten en living labs is daarbij een meerwaarde. Dubbele financiering van activiteiten is absoluut te vermijden.
Welke rol zien jullie weggelegd voor kennisinstellingen (universiteiten en hogescholen bv.) in de consortia?
Dit hangt af van de specifieke expertise aanwezig in de kennisinstelling en het team van die kennisinstelling dat in het living lab stapt. De rol moet gerechtvaardigd worden in het bredere plaatje van het project. Er gelden in principe geen inhoudelijke beperkingen.
Kan je een voorbeeld geven van dienst algemeen belang (DAB) die een organisatie voor haar rekening neemt en die onder deze subsidie recht zou geven op een maximaal steunpercentage van 100%
Een lokale overheid neemt voor de meeste van haar taken de functie ‘diensten algemeen belang’ op. Ook Syntra’s nemen voor bepaalde opleidingen met grote maatschappelijke waarde en waar de markt niet in voorziet, de rol van DAB op zich.
Welke ondernemingsvormen komen in aanmerking voor steun bij deze oproep?
Volgend artikel is van toepassing met betrekking tot het statuut van indieners in deze oproep:
Een onderneming komt alleen voor steun in aanmerking als ze aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
- de onderneming is een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent;
- de onderneming is een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht;
- de onderneming is een buitenlandse onderneming met een statuut dat gelijkwaardig is aan het statuut, vermeld in punt 1° en 2°.
Om voor steun in aanmerking te komen moet de onderneming over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest beschikken of zich ertoe verbinden in het Vlaamse Gewest een exploitatiezetel te vestigen.
Eenmanszaken zijn dus niet uitgesloten van deelname aan deze oproep. We adviseren goed te waken over de mate waarin binnen een consortium capaciteit is om het project tot een goed einde te brengen alsook over de manier waarop het ecosysteem en de waardeketen zijn vertegenwoordigd in een consortium om aan systeeminnovatie en hefboomeffect bij te dragen.