De Vitrine

De verticale buurtstraat

Rotterdam
|
Bron: De verticale buurtstraat, Mikolai Brus

Bouwshift

De bouwshift of betonstop moet ervoor zorgen dat er tegen 2040 in Vlaanderen geen bijkomende open ruimte meer wordt aangesneden. In 2020 besliste de Vlaamse regering dat er een compensatie zou komen voor eigenaars die hun bouwgrond zouden zien omgezet worden in natuur- of landbouwgebied. Als de grond daardoor in waarde daalt, moet dat volledig gecompenseerd worden door de lokale overheid.

Hogere bouwdensiteit

Een alternatief is het verhogen van densiteit in de bebouwde kom. Maar de opgave om denser te bouwen zorgt voor heel wat uitdagingen. Volgens deskundigen kunnen we door meer aandacht te besteden aan de architecturale kwaliteit ervoor zorgen dat we dichter bij elkaar gaan wonen zonder in te boeten aan wooncomfort en privacy. Gemeenschappelijke ruimten zoals tuinen, inkomhallen en traphallen, was- en bergruimten kunnen ontworpen worden als aangename verblijfsruimten, die kansen creëren om elkaar te ontmoeten en zo bijdragen aan sociale cohesie. Hoogbouw is volgens heel wat specialisten niet meteen het antwoord. Zij vrezen dat een hoogbouw de sociale cohesie niet ten goede komt. 

Verticale buurtstraat als alternatief

Maar vanuit Nederland klinken hierover andere geluiden. Architect Mikolai Brus ontwierp voor Rotterdam een plan om de bevolking in het centrum te verhogen van 36.000 naar 60.000 bewoners. De titel van zijn plan is “De verticale buurtstraat”. Daarin vertrekt hij vanuit de stedenbouwkundige vuistregel dat tien procent van een agglomeratiebevolking in het centrum van een stad moet wonen. “Omdat de toekomst van de mens in de stad ligt,” zegt Mikolai Brus. Op wereldniveau woont al 55 % van de bevolking in een stad, een cijfer dat verwacht wordt op te lopen naar 70 % tegen 2040. 's Werelds grootste economieën concentreren zich in steden. Die kunnen voorzien in een veel hogere efficiëntie omdat de bouwendensiteit een pak hoger ligt. Deze efficiëntie heeft een directe gunstige impact op het milieu.  

Maar wat dan met de sociale cohesie als je met je woningen de hoogte ingaat? Volgens Brus heeft die afnemende sociale cohesie vooral te maken met de manier waarop over hoogbouw wordt gedacht. Hij stelt dat de verdichtingsvraag voor binnensteden voornamelijk wordt opgelost door een eenzijdige vorm van bouwen. Er wordt gewerkt met een monotooon bouwprincipe: grote en hoge volumes. Dat stimuleert eigenlijk niets, al zeker niet levendige en dynamische buurten. De Verticale Buurtstraat is één van de oplossingen die door Brus aangereikt wordt. Zijn inspiratie haalde hij in Barcelona waar een gridstructuur gehanteerd wordt met woonblokken van hetzelfde formaat, maar wel elk met een eigen karakter en invulling. 

Succesvolle voorbeelden

Een succesvol voorbeeld in de praktijk is te vinden in de Sargfabrik (Wenen, Oostenrijk), met een zwembad dat ook door mensen van buiten het gebouw gebruikt kan worden. De functies naar buiten toe worden ook zichtbaar gemaakt in de plint, bijvoorbeeld met zaken als Urban Guides of de Culinaire Werkplaats die we kennen van het Schieblock in Rotterdam. Een ander voorbeeld is een appartementencomplex in Malmö (Zweden) met een green contract. Hiermee wordt de bewoner verplicht aan collectieve programma’s deel te nemen en daarmee onderdeel te zijn van de gemeenschap. 

Dat betekent dat bewoners worden aangezet om zelf meer verantwoordelijkheid te tonen. Dit vereist echter wel een flankerend programma en een actieve gemeenschap wil je dat het ook werkt bij huursituaties. Onder meer sociale controle hoort daar bij. Om deze aanpak te laten werken ziet Mikolai Brus een rol voor de steden en gemeenten zelf die als stimulators moeten optreden. De focus komt daarbij te liggen op de buitenruimte met onder andere alle gemeenschapsplekken, inclusief de straten. Ook de invulling van de gebouwen is cruciaal. In ieder geval moet 'ontmoeting' het centrale woord zijn, doorheen alle lagen en perspectieven. 

Delen:

Jouw mening:
0
0
0
0