Wenen maakt publieke ruimte inclusiever via genderplanning
Eva Kail is stadsplanner in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Ze staat bekend als één van de grondleggers van de zogenaamde ‘genderplanning’. Genderplanning is een benadering van stadsplanning die rekening houdt met de verschillende noden en ervaringen van vrouwen en mannen in de publieke ruimte. Traditioneel werden steden voornamelijk ontworpen en gebouwd door mannen, voor mannen. Genderplanning stelt dit patriarchale perspectief ter discussie en benadrukt dat vrouwen en mannen vanwege hun verschillende levenservaringen en sociale rollen de stad anders ervaren. “Door rekening te houden met deze verschillen, kan de publieke ruimte beter worden ontworpen om aan de noden van alle burgers te voldoen, ongeacht hun geslacht. Met genderplanning creëren we een meer inclusieve en gelijkwaardige publieke ruimte waarin iedereen zich veilig en comfortabel voelt”, zegt Eva Kail.
Veiligheidsgevoel in de openbare ruimte
Al meer dan dertig jaar draagt Eva Kail bij aan de stadsplanning van Wenen. In haar werk benadrukt ze het belang van het afbouwen van traditionele opvattingen over stadsontwerp. Een van haar stokpaardjes is het vrouwvriendelijker maken van steden. Het veiligheidsgevoel in de openbare ruimte is hierin een belangrijk aandachtspunt. Vanuit het standpunt van de vrouw moeten zogenaamde ‘angstige plekken’ vermeden worden bij de planning van (semi-)publieke ruimte. Dat zijn niet per se plaatsen waar daadwerkelijk meer overlast voor komt. Het zijn plaatsen die een gevoel van onveiligheid in zich dragen en daardoor de bewegingsvrijheid van mensen beperken. Het onderwerp veiligheid werd voor het eerst aangekaart op het niveau van stadsplanning met de tentoonstelling "Wem gehört der öffentliche Raum – Frauenalltag in der Stadt" in 1991. Daarna volgde de ontwikkeling van verschillende handleidingen en werkdocumenten voor een veiliger belevingsgevoel van de openbare ruimte.
Ontwerpcriteria
Onder impuls van Eva Kail worden in Wenen alle ontwikkelingsprojecten die publieke middelen willen gebruiken beoordeeld volgens criteria die ook geschikt zijn voor vrouwen. De veiligheidsnormen voor openbare en semi-openbare ruimtes staan beschreven in de brochure: “Sicherheit im öffentlichen und halböffentlichen Raum”. De normen zijn uiteraard niet enkel gunstig voor vrouwen. Ze verhelpen het onveiligheidsgevoel voor alle mensen. De basisprincipes worden hierna samengevat.
Oriëntatie:
- Duidelijke markeringen, visuele verbinding met oriëntatiepunten en duidelijke routing.
Duidelijkheid en zichtbaarheid:
- Een transparant ontwerp moet, vooral in functie van sociale controle, zorgen voor goede verbinding tussen binnen- en buitenruimtes en tussen drukke en rustige zones.
Verlichting en belichting:
- De herkenning van personen op een minimale afstand van tien meter is wenselijk. Zien en gezien worden is belangrijk.
- Verblinding en schaduwwerking moeten worden vermeden.
Toegankelijkheid:
- Belangrijke locaties (bvb. ingangen van gebouwen, infrastructurele voorzieningen of bushaltes) moeten zo direct mogelijk bereikbaar zijn.
- Het voorzien van alternatieve routes/vluchtwegen is raadzaam.
Revitalisering:
- Nieuwe of vernieuwde plekken hebben een afschrikkend effect op overlastplegers.
- Nieuwe of vernieuwde plekken zorgen doorgaans voor mensen op die plek, wat het subjectieve gevoel van veiligheid stimuleert. Ook de bundeling van functies zorgt hier voor.
- Verwijderen van vervuiling (bvb. graffiti, vandalisme, …) vermijdt de indruk van verwaarlozing en verhoogt zo het subjectieve gevoel van veiligheid.
- Aangrenzende gebouwen moeten gericht zijn naar de openbare ruimte.
Positieve sociale controle:
- Positieve sociale controle ontstaat door identificatie van bewoners met het gebied waarin zij wonen en werken. Voorwaarde hiervoor is de indeling in duidelijke eenheden. De omvang van wooncomplexen blijft daardoor beheersbaar. Dit biedt meer mogelijkheden om elkaar te leren kennen en te communiceren.
Conflictvermijding:
- Duidelijke leesbaarheid van grenzen tussen openbare ruimte en private zones dragen bij tot conflictvermijding.
- Door voldoende ruimte te bieden aan de gebruikers ontstaat flexbiliteit in ruimtegebruik en dus ook ontwijkingsmogelijkheden.
Vrouwenwerkstad 1
Frauen-Werk-Stadt 1, vrij vertaald “Vrouwenwerkstad 1”, in Wenen is een toonaangevend voorbeeld in Europa. De uitvoering van dit modelproject was in handen van vrouwelijke deskundigen op het gebied van architectuur en stedenbouw. Zij pasten criteria voor genderplanning voor het eerst in de praktijk toe. De 359 woningen werden in 1997 opgeleverd. In 1998 werd een enquête onder de bewoners uitgevoerd. De evaluatie was zeer positief. Enkele jaren later volgde meteen ook een tweede project 'Frauen-Werk-Stadt 2'.
Participatie
De opvattingen van Eva Kail over gendergevoelige stadsplanning vertrekken vanuit het idee dat verschillende groepen verschillende noden hebben. Participatie speelt daarom een belangrijke rol bij genderplanning. Het debat moet zo laagdrempelig mogelijk gevoerd worden. Participatietrajecten moeten iedereen aantrekken. Dus ook bijvoorbeeld daklozen, schoolgaande jeugd, winkeluitbaters of drukbezette werkmensen.
Brussel
Tijdens een bezoek aan Brussel illustreert Eva Kail de nood aan participatie en samenwerking met het voorbeeld van een groep daklozen die overlast veroorzaken op een plein. “De oplossing ligt niet per se bij repressie of het negeren van de problemen. Wel bij het aanvaarden van de groep en het samenwerken met hen om een oplossing te vinden”, zegt ze. Er wordt verwezen naar zitbanken zonder armleuningen. “Daar houden mensen niet van. Als ze kunnen kiezen zullen ze altijd op een bank met een leuning gaan zitten.”
Wenen inspireert andere steden
Wenen was een pionierende stad als het gaat om genderplanning. Maar deze benadering van ontwikkeling werd al snel opgepikt door andere steden.
In Reykjavik, IJsland, werd een "gender action plan" opgesteld om gendergelijkheid te bevorderen in alle aspecten van stedelijke planning. Dit plan omvatte maatregelen zoals het creëren van meer openbare ruimtes die geschikt zijn voor vrouwen en kinderen, het bevorderen van een betere toegang tot openbaar vervoer en het verbeteren van de openbare verlichting om de veiligheid te verbeteren.
In Mexico City, hoofdstad van Mexico, toonde een studie uit 2008 aan dat 90% van de vrouwen die gebruik maken van het openbaar vervoer in aanraking komen met verschillende vormen van overlast. Met het programma ‘pink transportation’ voorziet de stad nu in auto’s, taxi’s en openbaar vervoer dat enkel toegankelijk is voor vrouwen, kinderen en senioren.
In Amsterdam, Nederland, werd de "gender mainstreaming" methode geïntroduceerd om gendergelijkheid te integreren in stedelijke planning. Dit omvatte het verzamelen van gegevens over hoe mannen en vrouwen de stad gebruiken en hoe stedelijke planning de behoeften van beide geslachten kan weerspiegelen. Het resultaat was onder andere de introductie van meer openbare toiletten en de verbetering van de verlichting op straat.
In Ahmedabad, India, werd een stadsplanningsprogramma geïntroduceerd genaamd "Slum Networking Project" om de infrastructuur en de levensomstandigheden van bewoners in sloppenwijken te verbeteren. Het project omvatte het creëren van meer openbare ruimtes, het verbeteren van de toegang tot openbaar vervoer en het creëren van veilige fietspaden om vrouwen en meisjes in staat te stellen zich veilig te verplaatsen.
In Melbourne, Australië, werd een programma genaamd "Urban Futures" geïntroduceerd om te helpen bij het ontwikkelen van een meer inclusieve en duurzame stad. Het programma omvatte het creëren van meer openbare ruimtes voor ontmoetingen en activiteiten, het bevorderen van een betere toegang tot openbaar vervoer en het creëren van veilige fietspaden en wandelroutes.
In Umea (Zweden) werd in 2012 de Lev Tunnel geopend. Deze 80 meter lange tunnel verbindt het stadscentrum met de Haga woonwijk. Het ontwerp werd via een participatief traject aangepast. Dit resulteerde in onder meer brede ingangen, afgeronde hoeken voor verbeterde zichtlijnen, maximale transparantie voor een optimale lichtinval en toevoegen van kunst en muziek voor een rustgevende sfeer.