Uitdaging
Het Agentschap Wegen en Verkeer en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken streven samen naar een veiliger verkeer met minder ongevallen, minder gewonden en minder doden. Daarom willen ze – wat betreft de identificatie van gevaarlijke locaties – niet wachten tot een ongeval gebeurt alvorens de gevaarlijke situatie aan te pakken, maar een breder instrumentarium gebruiken om te komen tot een meer anticiperende en proactieve identificatie van verkeersonveilige locaties op zowel het hoofd- als onderliggend wegennet.
Voor de identificatie van gevaarlijke locaties, zijn er drie grote groepen van analysemethodes:
- Reactief: gevaarlijke punten of wegsegmenten geïdentificeerd op basis van de analyse van ongevallendata
- Proactief: gevaarlijke punten of wegsegmenten geïdentificeerd op basis van andere beschikbare databronnen, zoals in-vehicle data, infrastructurele en ontwerpkenmerken, etc.
- Participatief: gevaarlijke punten of wegsegmenten geïdentificeerd op basis van een subjectief gevoel van onveiligheid bij de weggebruikers zelf.
Het doel van dit project is het ontwikkelen van een geïntegreerd instrument waarbij de ‘traditionele’ gevaarlijke punten op basis van ongevallendata nog steeds het fundament vormen, maar dat versterkt en uitgebreid kan worden met inzichten uit andere objectieve en subjectieve data. Hierbij is het aan de beleidsmakers om op basis van de kwaliteit en beschikbaarheid te bepalen hoe zwaar een bepaalde databron doorweegt in de prioritering van de uiteindelijk aan te pakken locaties.
Dergelijk geïntegreerd instrument zal niet alleen toelaten op een meer proactieve manier gevaarlijke locaties te detecteren, maar zal het dankzij de veelheid aan informatie ook mogelijk maken om beter, sneller en efficiënter op te volgen of aangepakte locaties daadwerkelijk veiliger geworden zijn.