Mensen aan een laptop

Overheidsmaatregelen

Veelgestelde vragen: Welke subsidies worden vrijgesteld van belasting

Op regelmatige basis krijgen wij de vraag van ondernemers en boekhoudkantoren of bepaalde subsidies vrijgesteld zijn van vennootschaps- of personenbelasting. Wanneer je als onderneming van de overheid een subsidie ontvangt moet je namelijk een aanzienlijk deel hiervan via de belastingen terugbetalen aan de federale overheid. Een aantal wetten hebben er voor gezorgd dat dit wordt opgelost door een vrijstelling van belasting toe te kennen.

Subsidies worden belast

Binnen de vennootschaps- en personenbelasting geldt het principe dat elke subsidie die een onderneming ontvangt van de overheid (zowel regionale, federale als Europese subsidies) wordt belast als een opbrengst. Al deze overheidssubsidies worden in één keer belastbaar op het ogenblik van ontvangst, behalve kapitaalsubsidies, die geleidelijk belast worden volgens het afschrijvingsritme van het gesubsidieerde actiefbestanddeel.

Als een subsidie wordt vrijgesteld dan moet dit worden aangegeven in de belastingaangifte. Voor meer informatie verwijzen we je naar je boekhouder of accountant.

Bepaalde subsidies worden evenwel vrijgesteld

Omdat subsidies voor het overgrote deel gewestelijke en lokale materie is en belastingen nog steeds federale inkomsten zijn heeft men dit (want de regionale en lokale overheden financieren hierdoor onrechtstreeks de federale overheid) via een aantal wetten rechtgezet. Deze wetten hebben er voor gezorgd dat bepaalde steunmaatregelen genieten van een vrijstelling in de vennootschapsbelasting, en soms ook in de personenbelasting. In de volgende rubrieken lichten we toe in welke gevallen bepaalde subsidies kunnen worden vrijgesteld van belasting. Bij elke rubriek vermelden we ook de subsidies van VLAIO die binnen deze rubriek kunnen worden vrijgesteld. Worden bepaalde subsidies van VLAIO niet vermeld, dan geldt er dus geen vrijstelling.

Gewestelijke tewerkstellings- en beroepsoverstappremies

Door de “Wet betreffende het generatiepact” geldt er sinds 1 januari 2006 voor ondernemingen een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor bepaalde gewestelijke tewerkstellings- en beroepsoverstappremies, op voorwaarde dat zij beantwoorden aan de gestelde voorwaarden in de Europese Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV of GBER).

VLAIO heeft geen steunmaatregelen die hieraan beantwoorden. De kmo-groeisubsidie komt hiervoor niet in aanmerking (noch het luik aanwerving, noch het luik advies).

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling kan je terugvinden in artikel 193bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).

Dit artikel werd ingevoerd door de Wet betreffende het Generatiepact (1) van 23 december 2005 (B.S. 30 december 2005) en haar uitvoeringsbesluit (Koninklijk Besluit van 11 december 2006 (B.S. 18 december 2006).

Gewestelijke investeringssteun

Dezelfde “Wet betreffende het generatiepact” kent ook een vrijstelling van vennootschapsbelasting toe aan kapitaal- en interestsubsidies die door de gewesten in het kader van de economische expansiewetgeving toegekend worden aan ondernemingen om “immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen sinds 1 januari 2006”. 

Deze “economische expansiewetgeving” werd ondertussen vervangen door het “Decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid van 2012”. De investeringssteunmaatregelen die hierop werden gebaseerd (waaronder de groeipremie, strategische investeringssteun, enz…). genoten eveneens een vrijstelling in de vennootschapsbelasting.

Bij VLAIO geldt deze vrijstelling momenteel voor de investeringssteun instrumenten ecologiepremie+, GREEN investeringssteun, strategische ecologiesteun en strategische transformatiesteun (enkel investeringssteun).

Ook de subsidie ecologisch en veilig transport is vrijgesteld van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat alle steun die werd aangevraagd door de onderneming investeringssteun is en geboekt wordt op het activa van de balans. De subsidie kan niet worden opgesplitst in een subsidie voor activa en voor niet-activa.

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling kan je terugvinden in artikel 193bis van het WIB 92. Dit artikel werd ingevoerd door de Wet betreffende het Generatiepact (1) van 23 december 2005 (B.S. 30 december 2005) en haar uitvoeringsbesluit Koninklijk Besluit van 11 december 2006 (B.S. 18 december 2006).

Gewestelijke innovatiesteun

Sinds 1 januari 2007 wordt ook de O&O steun die gewestelijke overheden toekennen aan ondernemingen vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Het gaat met name om “de winst vrijgesteld ten belope van het bedrag van de premies, en de kapitaal- of interestsubsidies op immateriële en materiële vaste activa, die aan vennootschappen worden toegekend in het raam van de steun aan onderzoek en ontwikkeling door de bevoegde gewestelijke instellingen”. Dit houdt in dat de volledige subsidie die wordt uitgekeerd in het kader van volgende subsidies van VLAIO geniet van deze vrijstelling in de vennootschapsbelasting: O&O haalbaarheidsstudie, innovatieve starterssteun, ontwikkelingsproject, onderzoeksproject, Baekeland-mandaten, innovatiemandaten (enkel fase 2), ICON-projecten, thematische ICON's (enkel het bedrijfsdeel) en schaalklaar.

Ook een aantal VLAIO-subsidies die niet meer kunnen worden aangevraagd genoten van deze vrijstelling: projectoproep Extended Reality (XR), kmo-haalbaarheidsstudie, kmo-innovatieprojecten, O&O-bedrijfsprojectontwikkelingsproject op pilootschaal en sprint-project.

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling kan je terugvinden in artikel 193ter van het WIB 92. Dit artikel werd ingevoerd door de Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) (BS 8 mei 2007).

Gewestelijke premies ter compensatie van hinder door openbare werken

Sinds 1 januari 2018 geldt er ook een fiscale vrijstelling op compensatievergoedingen die door de gewestelijke overheid worden toegekend. De “Wet van 22 oktober 2017 houdende diverse fiscale bepalingen I” voorziet dat deze vrijstelling van toepassing is op zowel zelfstandigen in de personenbelasting als ondernemingen in de vennootschapsbelasting.

Deze vrijstelling geldt bijgevolg voor de volgende VLAIO-maatregelen vanaf deze datum: hinderpremie, sluitingspremie, en inkomenscompensatievergoeding. 

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling kan je terugvinden in artikel 53 25° en artikel 67quinquies van het WIB 92 en vindt haar oorsprong in de Wet van 22 oktober 2017 houdende diverse bepalingen I (BS 10 november 2017).

Lokale en gewestelijke premies ter compensatie van coronacrisis

De vergoedingen/steunmaatregelen die de gemeenschappen, gewesten, provincies of gemeenten en steden toekennen in het kader van de coronacrisis zijn belastingvrij in de personen- en vennootschapsbelasting.

De vrijstelling wordt toegekend als aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de vergoeding vormt geen directe of indirecte vergoeding in ruil voor de levering van goederen of het verlenen van diensten;
  • in de regeling op grond waarvan de vergoeding wordt verleend, is uitdrukkelijk bepaald dat deze vergoeding wordt verleend om aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden;
  • de vergoeding wordt betaald of toegekend tussen 15 maart 2020 en 30 juni 2022.

In de personenbelasting worden deze vergoedingen vermeld op de berekeningsnota die gevoegd is bij het aanslagbiljet van de begunstigde.

Deze vrijstelling geldt bijgevolg voor de volgende VLAIO-maatregelen: Corona hinderpremie, Corona compensatiepremie, Corona ondersteuningspremie, Corona-omboekingspremieGlobalisatiemechanismeGlobalisatiemechanisme 2021, Nieuw Vlaams beschermingsmechanisme, Strategische transformatiesteun COVID-19, Vlaams Beschermingsmechanisme, Voorschot voor organisaties van evenementen, Vlaams Beschermingsmechanisme 3, Vlaams Beschermingsmechanisme 4, Vlaams Beschermingsmechanisme 5, Vlaams Beschermingsmechanisme 6, Vlaams Beschermingsmechanisme 7, Vlaams Beschermingsmechanisme 8, Vlaams beschermingsmechanisme 9, Vlaams beschermingsmechanisme 10, Vlaams beschermingsmechanisme 11 en Vlaams beschermingsmechanisme 12.

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling (tot 31 december 2020) kan je terugvinden in de Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (BS 11 juni 2020). De verlenging tot 31 maart 2021 kan je terugvinden in Hoofdstuk 3 van de Wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 30 december 2020). De verlenging tot 31 december 2021 wordt geregeld door de Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 13 april 2021). De verlenging tot 31 maart 2022 kan je raadplegen in de Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 25 februari 2022).De verlenging tot 30 juni 2022 kan je raadplegen in artikel 56 in de Wet houdende diverse fiscale bepalingen (BS 30 november 2022).

Meer informatie en een aantal voorbeelden kan je terugvinden in de Circulaire 2020/C/130 over de vrijstelling van vergoedingen van gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten ingevolge COVID-19, aangevuld door de Circulaire 2021/C/60 over de vrijstelling van vergoedingen van gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten ingevolge COVID-19 op de databank Fisconetplus van FOD Financiën. De meest recente informatie over de betaalde vergoedingen tot 30 juni 2022 kan je terugvinden in de Circulaire 2023/C/29 over de vrijstelling van vergoedingen van gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten ingevolge COVID-19.

Lokale en gewestelijke steun in het kader van de energiecrisis

De vergoedingen/steunmaatregelen die de gemeenschappen, gewesten, provincies of gemeenten en steden toekennen voor de economische gevolgen die belastingplichtigen ondervinden naar aanleiding van de energiecrisis zijn belastingvrij in de personen- en vennootschapsbelasting.

De vrijstelling wordt toegekend als aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de vergoeding vormt geen directe of indirecte vergoeding in ruil voor de levering van goederen of het verlenen van diensten;
  • in de regeling op grond waarvan de vergoeding wordt verleend, is uitdrukkelijk bepaald dat deze vergoeding wordt verleend om voor de economische gevolgen naar aanleiding van de energiecrisis;
  • de vergoeding wordt betaald of toegekend tussen 1 juli 2022 en 31 december 2023.

In de personenbelasting worden deze vergoedingen vermeld op de berekeningsnota die gevoegd is bij het aanslagbiljet van de begunstigde.

Wanneer de vrijgestelde vergoeding (of een deel ervan) zou moeten worden terugbetaald aan het betrokken Gewest, de betrokken Gemeenschap, provincie of gemeente dan wordt dat deel niet als een aftrekbare beroepskost aangemerkt.

Deze vrijstelling geldt voor de volgende VLAIO-subsidies: Energiesteun en Energiesteun 2.

Juridische basis

De juridische basis van deze vrijstelling (tot 31 december 2023) kan je terugvinden in de Wet houdende diverse fiscale bepalingen (1) (BS 29 december 2022). Deze wet trad in voege op 1 juli 2022. Meer informatie en een aantal voorbeelden kan je terugvinden in de Circulaire 2023/C/48 over de vrijstelling van vergoedingen in het kader van steunmaatregelen die worden getroffen door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten in het kader van de energiecrisis.

Heeft deze informatie je geholpen?
Gelieve aan te geven waarom niet: