Voorwaarden
Wie komt in aanmerking?
Alle bedrijven met rechtspersoonlijkheid en met een exploitatievestiging in het Vlaamse Gewest kunnen een Baekeland-mandaat aanvragen. Daarnaast is het een voorwaarde dat er bij de projectuitvoering kennis opgebouwd wordt in Vlaanderen, concreet in de Vlaamse vestiging en dat er na de projectuitvoering resultaten gevaloriseerd worden in Vlaanderen. De hoofdzetel mag elders gevestigd zijn. Een selectiecriterium in de evaluatie is de meerwaarde voor Vlaanderen. Het agentschap kan de aanvraag van entiteiten die nog geen zetel hebben in Vlaanderen - maar wel voldoende valorisatie voorzien in de toekomst - uitzonderlijk ontvankelijk verklaren.
De mandataris kan zowel werknemer zijn van het bedrijf als van de universiteit of kennisinstelling. Ook andere kennisinstellingen - strategische onderzoekscentra, onderzoeksinstituten, hogescholen, enz. - kunnen optreden als gastinstelling voor de doctorandus, indien zij samenwerken met een promotor verbonden aan een Vlaamse universiteit. De regeling staat open voor alle kandidaten, alle nationaliteiten en alle diploma’s die door de onderwijsinstelling worden toegelaten tot een doctoraatsstudie. Het agentschap legt geen bijkomende beperkingen of graadvereisten op.
Kandidaat-mandatarissen die reeds houder zijn van een doctoraatsdiploma komen echter niet in aanmerking.
De mandataris voert het onderzoeksproject uit in samenwerking met het bedrijf en met de kennisinstelling. Hij of zij is voor het doctoraat ingeschreven bij de onthalende universiteit. De mandataris kan zijn tijd verdelen tussen de kennisinstelling en het bedrijf. De afdeling van het bedrijf, waarmee de doctoraatsstudent geassocieerd wordt, moet volgende kwalificaties hebben:
- Het bedrijf moet tenminste één medewerker hebben die de competentie bezit om als industriële mentor/promotor op te treden voor de doctoraatsstudent.
- Bovendien moet er een professionele omgeving aanwezig zijn die toelaat het doctoraatsproject tot het einde te ondersteunen.
Klimaatplan
Voor projecten ingediend vanaf 1 oktober 2022 dient bij de steunaanvraag een toelichting van het klimaatplan gevoegd te worden wanneer de (mede)aanvrager:
- een grote onderneming is volgens de Europese kmo-definitie
OF - een energie-intensieve onderneming is d.w.z. een finaal energieverbruik heeft van meer dan 0,1 PJ (petajoule) op vestigingsniveau. Hierbij wordt gekeken naar de vestiging in Vlaanderen waar het grootste gedeelte van de valorisatie van de gevraagde steun zal plaatsvinden.
Dit is een ontvankelijkheidscriterium.
Kasstroomplan
Wanneer jouw onderneming onder één van volgende categorieën valt, moet je een kasstroomplan toevoegen bij je aanvraag:
- je onderneming is een kleine of middelgrote onderneming en bestaat minder dan 3 jaar op het moment van indiening
Het kasstroomplan moet de financiële impact van het VLAIO-project op bedrijfsniveau weergeven. Je maakt het kasstroomplan op in een verplichte template kasstroomplanning op maandbasis.
Bedrijven die niet onder bovengenoemde categorieën vallen, moeten bij indiening geen kasstroomplan opladen. Indien naderhand toch een kasstroomplan nodig blijkt voor een correcte beoordeling van de cofinancieringscapaciteit zal VLAIO dit kasstroomplan tijdens de behandeling van jouw aanvraag opvragen.
Welke projecten komen in aanmerking?
Met Baekeland-mandaten wil het agentschap onderzoek ondersteunen dat een economische finaliteit heeft en - in geval van succes - een meerwaarde biedt voor het betrokken bedrijf. Verder zijn ook van belang de omvang en waarschijnlijkheid van de te verwachten valorisatie met aandacht voor voldoende toegevoegde economische waarde voor Vlaanderen.
Dit onderzoek is tegelijk gericht op een doctoraat; het voldoet aan de gangbare criteria voor "doctoraatswaardig" onderzoek.
Om voor steunverlening in aanmerking te komen, moet het projectvoorstel dus een wetenschappelijke uitdaging bieden die de onderzoeker toelaat zich intellectueel te bekwamen en door te groeien tot een volwaardige onderzoeker.
Duur van een mandaat
Een mandaat duurt in principe 4 jaar. Ten laatste na 2 jaar wordt een tussentijdse evaluatie gemaakt van de geboekte vooruitgang. Dan gaat men ook na of de subsidie correct werd besteed, volgens het overeengekomen doel.
Een Baekeland-mandaat voor een deeltijdse bezetting is mogelijk met een minimum van een halftijdse bezetting, zolang het vooruitzicht op een doctoraat mogelijk blijft, wat deel uitmaakt van de inhoudelijke evaluatie van de aanvraag. Bij deeltijdse bezetting kan de projectduur verlengd worden zodat de totale steun overeenkomt met 4 voltijdse mensjaren. Bij een projectduur van meer dan vier jaar wordt de datum van de tussentijdse evaluatie aangepast.