Wie kan indienen voor de ecologiepremie+?

Een onderneming die een exploitatiezetel heeft in het Vlaamse Gewest kan in aanmerking komen voor de ecologiepremie+. Als een onderneming nog geen vestiging in het Vlaamse Gewest heeft, moet ze ten laatste één jaar na de goedkeuring van de steunaanvraag in het Vlaamse Gewest een exploitatiezetel hebben. 

Daarnaast gelden de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden op ondernemingsniveau:

• Als je tot de doelgroep van EBO Vlaanderen behoort, moet je ook toegetreden zijn tot de energiebeleidsovereenkomst. Bovendien moeten alle vestigingen van de steunaanvragende ondernemingen die tot de doelgroep van EBO Vlaanderen behoren, toegetreden zijn en de energiebeleidsovereenkomsten naleven.
• De onderneming dient tot vijf jaar na het beëindigen van de ecologie-investering te voldoen aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaams Gewest.
• De ecologie-investering moet gedurende vijf jaar door de steunaanvragende onderneming geëxploiteerd worden en behouden blijven. Deze termijn gaat in vanaf de beëindiging van de investeringen. De ‘datum van beëindiging’ is de laatste datum, hetzij van de laatste factuur, hetzij van de akte bij verwerving van een onroerend goed dat in aanmerking komt voor steun, hetzij van de ondertekeningsdatum van de laatste of enige leasingovereenkomst.

Komen niet in aanmerking:

• Ondernemingen in moeilijkheden.
• Vzw’s. Als vzw kan je wel terecht bij thematische oproepen, bijvoorbeeld GREEN.
• Ondernemingen met een overheidsaandeel vanaf 50%. Er zijn uitzonderingen voor projecten die betrekking hebben op de aanleg van warmtenetten, walstroom, energiedelen en industriële waterzuivering, op voorwaarde dat deze gefinancierd worden met private middelen.
• Ondernemingen die zich in een rechtstoestand van ontbinding, stopzetting, faillissement of vereffening bevinden, een insolventieprocedure lopende hebben of ondernemingen tegen wie een Europese procedure voor terugvordering van steun loopt. In geval fraude omtrent toegekende steun vastgesteld wordt, is een onderneming voor vijf jaar uitgesloten van steun.
• Een ecologie-investering die ingezet wordt voor een activiteit van de primaire sector (dit is een landbouwactiviteit of visserij/aquacultuur). Ondernemingen met een hoofdactiviteit in de primaire sector kunnen wel steun krijgen voor een investering voor een andere activiteit dan de primaire sector (dit kan het geval zijn voor sommige ondersteunende diensten of nevenactiviteiten, denk bijvoorbeeld aan een B&B of een zuivelwinkel).

Toelichting bij aanvaardbare rechtsvorm

Onder ‘onderneming’ verstaan we: iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en de Europese economische samenwerkingsverbanden.

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn:

• naamloze vennootschap, nv
• besloten vennootschap, bv
• coöperatieve vennootschap, cv
• vennootschap onder firma, vof
• commanditaire vennootschap, commV
• Europese vennootschap, SE
• Europese Coöperatieve vennootschap, SCE

De maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid en komt niet in aanmerking.

Vzw’s komen niet in aanmerking voor de ecologiepremie+. Wel kunnen ze terecht bij thematische oproepen (momenteel is dit enkel de oproep GREEN).

Financiering via een patrimoniumvennootschap

De onderneming die de ecologiepremie+ aanvraagt kan de ecologie-investeringen laten uitvoeren door een patrimoniumvennootschap die tot dezelfde groep behoort. De vennootschappen behoren tot dezelfde groep in een van de volgende gevallen:

• de patrimoniumvennootschap participeert rechtstreeks of onrechtstreeks voor minstens 25 % in de steunaanvragende onderneming;
• de steunaanvragende onderneming participeert rechtstreeks of onrechtstreeks voor minstens 25 % in de patrimoniumvennootschap;
• een natuurlijke persoon of rechtspersoon participeert rechtstreeks of onrechtstreeks voor minstens 25 % in beide vennootschappen.

Bij de financiering van een ecologie-investering door een patrimoniumvennootschap zijn de volgende regels van toepassing:

• de exploitatievennootschap dient de steunaanvraag in.
• de patrimoniumvennootschap boekt de ecologie-investeringen in en schrijft deze af.
• de exploitatievennootschap ontvangt de steun.
• de patrimoniumvennootschap stelt de ecologie-investering gedurende een termijn van vijf jaar ter beschikking aan de exploitatievennootschap.

Financiering buiten de eigen vestiging

Een onderneming kan de ecologie-investeringen financieren in een vestiging van een andere onderneming. De onderneming die de ecologie-investeringen financiert, ook de ‘derde partij’ of ‘financierder’ genoemd, vraagt in dit geval de ecologiepremie+ aan. Zowel de financierder als de onderneming waar de investeringen gebeuren, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden vermeld in artikel 4 tot en met 10 van het besluit van 19 april 2024.

Het gaat in dit geval niet om financiering via een patrimoniumvennootschap.

Zowel de financierder als de onderneming waar de investering gebeurt, mogen geen onderneming in moeilijkheden zijn en moeten een aanvaardbare rechtsvorm hebben. Er zijn ook beperkingen met betrekking tot de rechtstoestand waarin deze ondernemingen zich bevinden en ze moeten beiden voldoen aan alle ontvankelijkheidsvoorwaarden.

De financierder mag de ecologie-investeringen enkel uitvoeren ten gunste van één andere onderneming.

Welke investeringen komen in aanmerking voor de ecologiepremie+?

• De technologie waarin je wenst te investeren is opgenomen in de technologieënlijst van de ecologiepremie+, zoals gepubliceerd op moment van indiening.  Bekijk hiervoor de technologieënlijst en filter op thema.
• Je investeringen zijn niet wettelijk verplicht. Wettelijk verplichte investeringen komen immers niet in aanmerking voor ecologiesteun van VLAIO. Denk hierbij aan investeringen om te voldoen aan:
  • Europese of Vlaamse normen (bijv. VLAREM, RED III)
  • verplichtingen in het kader van energiebeleid Vlaanderen (bijv. energieplan, energie-audit, energiebalans, energieprestatieregelgeving)
  • de voorwaarden opgenomen in de eventuele omgevingsvergunning
• Je bent nog niet gestart met investeren. Om het stimulerend karakter van de steun te garanderen, mag een project pas starten vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de steunaanvraag werd ingediend. Als startdatum geldt de vroegste datum. Dit is de datum:
  • van de eerste factuur van aankoop
  • of van de akte bij verwerving van een onroerend goed dat in aanmerking komt voor steun
  • of van de ondertekening van een financiële leasingovereenkomst
• De ecologiepremie+ mag niet gecumuleerd worden met andere steun. Dit betekent dat een onderneming geen steun mag aanvragen voor dezelfde in aanmerking komende investeringskosten bij verschillende organisaties en/of steuninstrumenten. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen overlap toegestaan is tussen premies van VLAIO en VEKA, verhoogde investeringsaftrek (energie, milieu, vervoer, …), dat er geen overlap mag zijn tussen premies van Fluvius en steun via VLAIO, … .