Steun aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding
VLAIO-programma’s met steuntoekenning aan organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding voor de uitvoering van niet-economische activiteiten betreffen steunmaatregelen te beschouwen als ‘niet-staatssteun’.
De betrokken VLAIO-programma’s van niet-staatssteun zijn:
- TETRA (incl. TETRA Hogescholen AI en TETRA-CORNET),
- COOCK (incl. COOCK-CORNET, CLUS-COOCK),
- LA-trajecten (incl. Eranetten),
- IM fase1, IM spinoff creatie,
- cSBO,
- het onderzoeksdeel in CLUS-ICON, SOC-ICON of een ICON-programma in kader van een specifiek initiatief (bv. Personalised Medicine, Artificial Intelligence/Cybersecurity),
- EFRO, Interreg of initiatieven van de Vlaamse regering met steuntoekenning aan organisaties in de hoedanigheid van Organisatie voor Onderzoek en Kennisverspreiding.
Om te ressorteren onder deze VLAIO-programma’s van niet-staatssteun zijn twee voorwaarden vereist:
- De aanvrager beantwoordt aan de definitie van een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding zoals omschreven in punt 16 ff) van de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie;
- De financiering betreft de uitvoering van niet-economische activiteiten zoals voorzien in punt 20 a) en b) van de Kaderregeling O&O&I.
Kenmerken van maatregelen van niet-staatssteun zijn de volgende:
- De vervulling van de voornoemde voorwaarden van niet-staatssteun zoals voorgeschreven door de Europese staatssteunregelgeving (organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en uitvoering van niet-economische activiteiten) stelt zich op 3 niveaus (beknopte voorstelling in tabel hieronder):
- om in aanmerking te komen voor steunmaatregelen van niet-staatssteun;
- voor de uitvoering van de gesteunde activiteiten;
- in verband met implementatie gerelateerd aan of natraject volgend op de projectuitvoering.
Steunmaatregel van niet-staatssteun |
EU-definitie Organisatie voor Onderzoek en Kennisverspreiding |
EU-omschrijving van niet-economische activiteiten |
Deelname/ toegang tot |
Aanvrager = organisatie die de 3 criteria vervult |
Projectaanvraag bestaat uit niet-economische activiteiten |
Uitvoering Van gesteunde activiteiten |
Gebeurt in hoedanigheid van organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding (dus niet in hoedanigheid van onderneming) |
Duidelijke scheiding met economische activiteiten mbt uitvoering en financieringsstromen van niet-economische activiteiten; geen sturing door ondernemingen |
Implementatie/ Natraject/ transfer van projectresultaten |
Gebeurt in hoedanigheid van organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding (dus niet in hoedanigheid van onderneming) |
Open access/niet-preferentieel aanbod en dit steeds aan dezelfde (markt)condities van in het project bereikte inzichten en resultaten en van hieraan gelinkte dienstverlening aan elke potentieel geïnteresseerde onderneming. Herinvestering door de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding in nieuwe niet-economische activiteiten indien inkomsten uit betalende toegang tot de in het project bereikte inzichten en projectresultaten. |
- De steunbedragen situeren zich ruim boven de door de Europese staatssteunregelgeving toegelaten percentages voor steun aan ondernemingen (= staatssteun). Deze steuntoekenning gaat gepaard met specifieke voorwaarden en extra-voorschriften.
- Bewijslast van de voorwaarden van ‘niet-staatssteun’ ligt bij de aanvrager/subsidieontvanger. Het feit dat een organisatie wordt toegelaten tot een van de voormelde programma’s verandert niets aan deze verantwoordelijkheid van de aanvrager/subsidieontvanger, noch aan zijn blijvende verantwoordelijkheid betreffende de vervulling van de voorwaarden van niet-staatssteun zowel tijdens als na uitvoering van het project. VLAIO vraagt in kader van de formele ontvankelijkheid van de aanvrager enkel een loutere verklaring op eer.
- Niet-naleving van de staatssteunregelgeving staat gelijk aan onwettige steun (vaststelling kan bvb. bij audit of bij onderzoek naar aanleiding van een zijdelingse klacht van een derde partij) met terugvordering als gevolg. Deze terugvordering kan afhankelijk van de inbreuk geheel of gedeeltelijk zijn en gebeuren van de subsidieontvanger en van de met deze organisatie (samenwerkende) ondernemingen. In voornoemd geval is er een reëel risico dat deze ondernemingen een voordeel hebben genoten dat gelijkstaat aan indirecte ongeoorloofde staatssteun: dit is zo ingeval van preferentiële toegang aan deze ondernemingen met betrekking tot de kennis van de onderzoeksorganisatie of ingeval van sturende rol van deze ondernemingen in de uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksorganisatie, waarbij dit onderzoek zijn onafhankelijk karakter verliest.
De te vervullen criteria van Organisatie voor Onderzoek en Kennisverspreiding zijn de volgende:
- de organisatie houdt zich in hoofdzaak bezig met het onafhankelijk (d.i. niet gestuurd, dus autonoom) verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of met het breed verspreiden van de resultaten van boven bedoeld onafhankelijk onderzoek door middel van onderwijs, publicaties of kennisoverdracht.
- de organisatie voert, indien zij naast niet-economische activiteiten ook economische activiteiten uitoefent, een gescheiden boekhouding op het vlak van de kosten, de financiering en de opbrengsten gelinkt aan elk type activiteit. Dit voorschrift is niet een doel op zich, doch een middel om harde garanties te geven in verband met:
- de correcte aanwending van overheidsfinanciering voor niet-economische activiteiten en
- de traceerbare herinvestering van inkomsten gelinkt aan de uitoefening van niet-economische activiteiten (bv. inkomsten uit transfer van resultaten uit onafhankelijk onderzoek of inkomsten naar aanleiding van betalende disseminatie-activiteiten met herinvestering in nieuwe activiteiten van onafhankelijk onderzoek of activiteiten van verspreiding van kennis komende uit onafhankelijk onderzoek).
- de organisatie biedt de onderzoeksresultaten gegenereerd in onafhankelijk onderzoek of hieraan gelinkte dienstverlening aan op niet-discriminatoire basis aan elke potentieel geïnteresseerde onderneming en dit steeds aan dezelfde (marktconforme) condities. Een differentiatie in aangerekende prijs kan enkel te maken hebben met het in mindering brengen op de marktprijs van de door de klant reeds gedane bijdrage.
Om de vervulling van bovengenoemde criteria vlot aan te tonen is het raadzaam dat de organisatie zelf voorafgaandelijk de vervulling van deze criteria door haar organisatie onderbouwt en de vervulling en argumentatie staaft met organisatie-eigen documenten zoals statuten, decretale oprichtingstekst, visie- en/ of missiedocumenten, track record van projecten/activiteiten, organisatie van de boekhouding, enz. VLAIO stelt hiervoor, zij het volledig vrijblijvend, een checklist ter beschikking.
Uittreksels uit de Kaderregeling (Nr. 2014/C 198/01) van 27 juni 2014 betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
(Kaderregeling O&O&I, voor een juist begrip verwijzen we naar de volledige tekst van de Kaderregeling O&O&I (2022/C 414/01) met bijhorende voetnoten, rechtspraak en rechtsleer)
punt 16 ff) Kaderregeling O&O&I:
„organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding” of „onderzoeksorganisatie”: een entiteit (zoals universiteiten of onderzoeksinstellingen, agentschappen voor technologieoverdracht, innovatie-intermediairs, entiteiten voor fysieke of virtuele onderzoeksgerichte samenwerking), ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak bezighoudt met het onafhankelijk verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, of met het breed verspreiden van de resultaten van die activiteiten door middel van onderwijs, publicaties of kennisoverdracht. Wanneer dit soort entiteit ook economische activiteiten uitoefent, moet met betrekking tot de financiering van, de kosten van en de inkomsten uit die economische activiteiten een gescheiden boekhouding worden gevoerd. Ondernemingen die een beslissende invloed op dit soort entiteit kunnen uitoefenen in hun hoedanigheid van bijvoorbeeld aandeelhouder of lid van de organisatie, mogen geen preferente toegang tot de door deze entiteit verkregen onderzoeksresultaten genieten.
punt 20 a) en b) van de Kaderregeling O&O&I
20. De Commissie is van mening dat de volgende activiteiten doorgaans geen economisch karakter hebben:
a) primaire activiteiten van onderzoeksorganisaties en onderzoeksinfrastructuren, en met name:
- opleiding met het oog op meer en beter gekwalificeerde menselijke hulpbronnen. In lijn met de rechtspraak en de besluitvormingspraktijk van de Commissie, en zoals uiteengezet in de mededeling over het begrip „staatssteun” en de mededeling betreffende diensten van algemeen economische belang (DAEB’s), wordt openbaar onderwijs dat binnen het nationale onderwijsstelsel in hoofdzaak of volledig wordt gefinancierd door de Staat en onder staatstoezicht staat, als een niet-economische activiteit beschouwd;
- onafhankelijke O&O met het oog op meer kennis en een beter inzicht, met inbegrip van O&O in samenwerkingsverband, wanneer de onderzoeksorganisatie of onderzoeksinfrastructuur bij daadwerkelijke samenwerking betrokken is (Het verrichten van O&O-diensten en het uitvoeren van O&O namens ondernemingen wordt niet als onafhankelijke O&O beschouwd.);
- brede verspreiding van onderzoeksresultaten op een niet-exclusieve en niet-discriminerende basis, via bijvoorbeeld onderwijs, open access-databases, open access-publicaties of open source-software;
b) activiteiten inzake kennisoverdracht, wanneer deze worden uitgevoerd door de onderzoeksorganisatie of onderzoeksinfrastructuur (met inbegrip van afdelingen of dochterondernemingen daarvan) of samen met, of namens andere dergelijke entiteiten, en alle winst uit deze activiteiten opnieuw in de primaire activiteiten van de onderzoeksorganisatie of onderzoeksinfrastructuur wordt geïnvesteerd. Aan het niet-economische karakter van die activiteiten wordt niet afgedaan door het feit dat het verrichten van de overeenkomstige diensten via openbare tenders wordt ingekocht bij derden.