Wie kan van deze subsidie gebruik maken en waar moet je rekening mee houden?
Wie kan gebruik maken van deze subsidie?
De Vlaamse waterloopbeheerders.
Concreet zijn dit De Vlaamse Waterweg, Departement MOW, MDK, VMM, AWV (baangrachten), provincie, gemeentes, polder of watering.
Projecten kunnen ook worden ingediend door andere organisaties, indien het project in samenwerking met een betrokken organisatie zoals hierboven beschreven wordt uitgevoerd.
Projecten kunnen worden uitgevoerd door de indiener (promotor) of door een consortium (promotor en copromotoren), indien het staatssteunregime dit toelaat. Uitsluitend (co)promotoren kunnen kosten indienen die voor subsidies in aanmerking komen.
Welke kosten komen in aanmerking?
Binnen deze oproep zijn de kostenrubrieken investeringen, werking, personeel, overhead en externe prestaties voorzien. Externe ondersteuning noodzakelijk voor de realisatie van het investeringsproject, zijn mogelijk in de rubriek externe prestaties.
De kosten die voor het EFRO-project in aanmerking komen, zijn vaak ook afhankelijk van het staatssteunregime. Als het project onder de staatssteunregels valt, mogen in geen geval al onomkeerbare activiteiten (werken, aanstellen aannemer,…) worden uitgevoerd of kosten worden gemaakt vóór indiening in de EFRO-applicatie.
Meer informatie over de kostenrubrieken is terug te vinden in de Programmahandleiding.
Financiering
Projecten moeten beschikken over een sluitend financieel plan. Bij projectindiening moeten minimaal de cofinancieringsaanvragen toegevoegd worden, indien er sprake is van externe financiers. Ook de eigen bijdrage van de partners (zowel van promotor als van copromotoren) en eventueel het privaat karakter ervan (indien de staatssteunregels dit noodzakelijk maken), moeten aangetoond worden.
Uitbetaling van EFRO-steun is uitsluitend mogelijk op basis van gemaakte en bewezen kosten. Het project moet dus in eerste instantie in staat zijn om de projectkosten zelf voor te financieren. Vooraleer een project kan goedgekeurd worden, zal de kredietwaardigheid van de (co)promotor aangetoond moeten worden.
Indicatoren
Voor deze oproep zijn volgende indicatoren van toepassing geacht. Bij de opmaak van een projectvoorstel vragen we om een onderbouwde en realistische raming te maken van de bijdrage van jouw project tot deze indicatoren, waar projectspecifiek relevant. Deze waarden worden tijdens de uitvoering van het project gemonitord.
Output of resultaat | code | naam indicator | meeteenheid |
---|---|---|---|
Output | RCO 26 | Groene infrastructuur aangelegd of verbeterd met het oog op klimaatadaptatie | hectare |
Output | SOI 22 | Aantal m² waterbeheersmaatregelen | m² |
Output | SOI 23 | Aantal ondersteunde demonstraties en pilots die leiden tot klimaatadaptieve maatregelen | demonstraties en pilots |
Resultaat | RCR 35 | Inwoners die profiteren van maatregelen ter bescherming tegen overstromingen | inwoners |
Resultaat | RCR 37 | Inwoners die profiteren van maatregelen ter bescherming tegen klimaatgerelateerde natuurrampen (andere dan overstromingen of natuurbranden) | inwoners |
Binnen welke termijn moet een project gerealiseerd zijn?
De projectduur bedraagt in principe maximaal 3 jaar voor investeringsprojecten en maximaal 2 jaar voor werkingsprojecten. Investeringsprojecten zijn projecten die voor méér dan 50% uit investeringskosten bestaan. Projecten die onderhevig zijn aan de staatssteunregels mogen in geen geval starten vóór indiening in de EFRO-applicatie.
Let wel, voor deze oproep beogen we projecten die maximaal inzetten op investeringen. Flankerende werkingsactiviteiten zijn, indien het staatssteunregime dit toelaat, niet uitgesloten maar moeten tot een minimum beperkt worden.