Nieuw concept voor verhuur kinderkleding
Met de start-up De Kidsbieb boren Kelly en Bart vanuit hun webshop en winkel een totaal nieuwe markt aan: ze verhuren kinderkleding. Zodra de kinderen uit de kleren gegroeid zijn mogen de kleren teruggebracht worden.
Hybride concept
De Kidsbieb biedt zijn kleren aan via een webshop, maar klanten kunnen op afspraak ook in de winkel in Wellen terecht. Het is dus een hybride concept, waarvan experten zeggen dat het toekomst is; ook in bedrijvige kernen. Aan de klantenzijde is er vaak een veel betere afstemming van de openingsuren op de wensen van het doelpubliek. Aan de ondernemerszijde wordt het kostenplaatje (bvb. personeel) lager gehouden en is er ook meer ruimte voor de eigen work-lifebalance.
Het concept van de Kidsbieb is even origineel als nieuw. Volgens eigenares Kelly Bijnens groeien kinderen zo snel uit hun kleren dat een aanbod om voor 4, 8 of 12 weken gewoon de kwalitatieve kleding te huren haar het proberen waard leek. Elke ouder kan beamen dat kinderen vrij snel uit hun kleren groeien. De aanhoudende vernieuwing van de kledingkast betekent meteen ook een grote hap uit het budget van de ouders. Met dit concept wordt een oplossing geboden om de betaalbaarheid van kinderkledij te verbeteren. Bovendien is het concept ook veel beter voor het milieu en dus voor een meer duurzame toekomst voor de kinderen.
Inspelen op behoeftes
Het concept biedt een oplossing aan alle uitdagingen. Er wordt ingezet op kwalitatieve kledij voor kinderen met maat 90 tot en met maat 140. Kledij kan gehuurd worden voor 4, 8 of 12 weken. Voor de kortste huurperiode betaal je ongeveer 15 % van de aankoopprijs van de kledij. Hoe langer de huurperiode, hoe lager dit percentage wordt. Zo betaal je na 12 weken uiteindelijk nog steeds minder dan de helft van de aankoopprijs. De KidsBieb zorgt dus op een budgetvriendelijke manier voor een gevarieerde kledingkast, altijd in de juiste maat.
Nood aan bredere sensibilisering
Ondertussen heeft de start-up de handdoek in de ring moeten gooien. Het concept kwam niet snel genoeg van de grond. Omdat er een grote afhankelijkheid was van social media en marketingkosten, kon de investering niet aangehouden worden. De uitbaters blijven echter wel geloven in het concept, maar opperen voorzichtig dat de Vlaming misschien nog niet rijp genoeg is hiervoor. Het bewijs vinden we bijvoorbeeld in Nederland, waar dit type concepten wel op grote(re) successen kunnen rekenen. Er is dus nog nood aan bijkomende inspanningen om te Vlaming te mobiliseren richting een meer duurzaam koopgedrag, iets wat een start-up uiteraard niet alleen kan dragen.
In Nederland zien we bijvoorbeeld vaak dat dit type concepten deel uitmaakt van grotere initiatieven waarbij verschillende winkels samen een bepaald stadsdeel vormgeven en duurzaamheid uitademen. Dit kruisbestuivingseffect en de aantrekkingskracht op gelijkgezinden is hierdoor een pak groter. Steden en gemeenten kunnen dit bij hun centrummanagement pro-actief in de hand werken door zelf mee aan de kar te trekken.