Het decreet integraal handelsvestigingsbeleid wil de klemtoon verleggen van de beoordeling van individuele vergunningsaanvragen voor handelsvestigingen naar een meer planmatige aanpak. Dit moet voor de sector duidelijkheid brengen waar concentraties van handelszaken gewenst en niet gewenst zijn. De planmatige aanpak moet er mee voor zorgen dat de doelstelling van een ruimtelijk duurzaam aanbod van plekken voor handelszaken en handelsgehelen tot stand komt. Het decreet integraal handelsvestigingsbeleid wil daarom de afbakening van kernwinkelgebieden, winkelarme gebieden en goed gekozen detailhandelszones stimuleren.

Gemeenten begrijpen die aanpak maar planningsinitiatieven blijven vaak achterwege omwille van een gebrek aan tijd en middelen of omwille van de vrees van een te rigide uitkomst. In tijden van arbeidskrapte is de uitdaging bij de gemeenten nog groter dan voorheen. Ook de begeleiding door de profploeg maar ook door detailhandelscoaches vanuit de provincies kunnen bij gemeenten de opmaak van een stedenbouwkundige verordening of ruimtelijk uitvoeringsplan hebben aangewakkerd. Voor de afbakening van een kernwinkelgebied zal het instrument van de verordening veeleer de voorkeur genieten in vergelijking met het ruimtelijke uitvoeringsplan. Met de hier voorliggende maatregel van een subsidie voor de opmaak van een verordening of ruimtelijke uitvoeringsplan kan tegemoet gekomen worden aan het gebrek aan (voorziene) capaciteit en middelen voor een dergelijk planningsproces.